top of page
Zoeken

Bonnefanten museum

  • maastrichtgids
  • 1 nov 2016
  • 3 minuten om te lezen

Architect Aldo Rossi

De naam Bonnefanten komt van het voormalige Bonnefantenklooster, waarin het museum van 1951 tot 1978 gehuisvest was (Couvent des Bons Enfants). Daarvoor was de museums collectie te vinden in het Dinghuis (ca.1900), daarna in het protestants weeshuis (rond 1912), tegenwoordig is dat het gebouw van de Toneelacademie.

Dan van 1951 tot 1978 in het voormalig Bonnefantenklooster, vervolgens vanaf 1978 in de Entre Deux bij het Vrijthof in de buurt.

Hier in de volgorde van huisvesting à Dinghuis – protestants weeshuis – Bonnefantenklooster à Entre Deux

Op 31 mei 1989 kondigt het Provinciaal Bestuur van Limburg aan dat er 40 miljoen gulden gereserveerd wordt om voor het Bonnefantenmuseum een heel nieuw gebouw te laten ontwerpen.

In februari 1991 wordt het schetsontwerp van de Italiaanse architect, Aldo Rossi, voor het nieuwe Bonnefantenmuseum, onder de directie van Alexander van Grevestein, gepresenteerd. En op 19 juni 1992 wordt officieel begonnen met de bouw van het museum in de nieuwe wijk Céramique.

Op 9 maart 1995 vindt de officiële opening van het museum plaats.

In het museum is ruimte voor Oude en Hedendaagse Kunst.

De artistieke directeur is tegenwoordig Stijn Huijts en de zakelijke directeur: Sandra Holtjer.

Rossi ontwierp het gebouw in de vorm van de hoofdletter E. De hoofdvleugel bestaat uit vier verdiepingen en de beide zijvleugels uit drie verdiepingen.

Aan het eind van het middelste deel (aan de Maaszijde) zit een toren met een hoogte van 28 meter.

De stijl van het museum valt onder het Postmodernisme. Met name in de toren aan de Maaszijde is deze stijl herkenbaar. Toch ziet het gebouw er “klassiek” uit. De gevels zijn van rode baksteen en Ierse hardsteen. De toren en de dakgoten zijn bekleed met zink.

Wanneer je het gebouw binnengaat door grote, hoge deuren tref je een binnentoren aan, die naar boven toe steeds smaller wordt, alsof het de vorm heeft van een telescoop. Achter deze telescopische binnentoren tref je een brede houten trap aan met aan weerszijden hoge bakstenen wanden.

Aldo Rossi nam hiervoor de trappen van de “Montagne de Bueren” in Luik als voorbeeld. Ook de trapleuning die zich niet aan de zijkanten van de trap, maar in het midden ervan naar boven toe loopt, heeft deze trap de vorm als die van de Luikse trappen van de Montagne de Bueren! Als je over deze trappen naar boven loopt, heb je het gevoel dat je door een steegje loopt van een Italiaans, Spaans of Portugees stadje, waar tussen de muren waslijnen gespannen zijn en het mediterrane licht je zou verwarmen…

Op de begane grond tref je de publieksruimten aan: de museumwinkel, de kunstuitleen en het Ipenema-restaurant.

Wanneer je naar boven loopt zijn de verdiepingen ingericht voor zowel klassieke tentoonstellingszalen als voor de permanente collectie maar ook voor wisselende exposities.

In de toren aan de Maaszijde is regelmatig de “Walldrawing 801 Spiral” van Sol Lewitt te zien.

In de telescopische binnentoren worden afwisselend de werken L’Entrée de l’Exposition” van Marcel Broodthaers en “De Geboorte van Venus” van Luciano Fabro tentoongesteld.

In de toekomst hoopt het Bonnefantenmuseum ondergronds uit te breiden door middel van “zichtdepots”, maar door bezuinigingen is dat voorlopig uitgesteld.

Aldo Rossi zegt:

Het museum is samengesteld uit drie “bouwlichamen”, waarvan het middelste uitkomt op een cilindervormig gebouw met een hoge koepel (totaal 28 meter hoog), die bekroond wordt door een uitzichtspunt van waar de rivier en de overzijde van de stad bewonderd kunnen worden.

Vanuit de entrée met de telescopische binnenkoepel bestijgen we de trap, die enigszins steil en ongemakkelijk is, in de Oudhollandse traditie! Je bereikt dan het meest opvallende onderdeel van dit gebouw: de koepel, zo’n gebouw verwijst naar de Nederlandse traditie van de vuurtoren, die dan weer met het water, de Maas, verbonden is, die vanuit een deel van Europa (Frankrijk, België en Nederland) in de zee uitmondt!

Umberto Barbieri vertelt in het boekje (zie bronvermelding) over de architectuur van het Bonnefantenmuseum bovendien:

De entrée aan de Avenue Céramique bevindt zich in de middelste van drie vleugels, die aan de Maaszijde de vorm van een hoofdletter E vormen.

Een hoog portaal vormt daar de hoofdingang. Het herinnert aan industriële architectuur en bestaat uit een staalconstructie die blauwgroen is geschilderd. Met daarboven de inscriptie MUSEUM in een witte marmeren plaat.

Barbieri vindt dat het nieuwe Bonnefantenmuseum een onmiskenbaar onderdeel van het stedelijk leven geworden is en van de stedelijke cultuur.

Barbieri eindigt zijn beschouwing met de woorden van Aldo Rossi, de architect van dit museum: “ Nooit heeft men in de geschiedenis van de architectuur grote werken gezien, die niet ontstonden door een unieke samenwerking tussen de architect en de kunstenaar, de burocraat en de ingenieur.”

SaveSave


 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven
Station

De ontwerper van het station is George van Heukelom (ontwerper). Hij begon met bruggen, stationsoverkappingen en perronaanpassingen...

 
 
 

Comments


Laat ons weten wat jij van onze pagina of route vindt!

Dit vind je misschien ook leuk:

Onze Social Media:

  • Black Twitter Icon
  • Black Instagram Icon
bottom of page